Forum voor de Internationalistische Communistische Linkerzijde
Als we naar de huidige wereld kijken dan zien we een urgente behoefte aan revolutie die schril afsteekt tegen de grote zwakte en verdeeldheid van revolutionaire krachten. Sommige van hun meningsverschillen zijn aanzienlijk. Maar toch, de revolutionaire krachten hebben ook wezenlijke dingen gemeen, internationalistische en revolutionaire standpunten die hen onderscheiden van allen die een pseudo-revolutionaire toon aanslaan die uiteindelijk niet meer is dan een voorwendsel om de kapitalistische waardevorm in stand te houden. We gebruiken weloverwogen de term ‘pro-revolutionair’ omdat alleen de geschiedenis in staat zal zijn om te beoordelen of wat wij doen, bediscussiëren, publiceren en naar voren brengen, al dan niet een revolutionaire uitwerking heeft. Dat is onze bedoeling. Maar handelen we daar ook naar?
1. De huidige economische crisis is niet slechts een conjuncturele baisse, niet slechts het gevolg van ongebreidelde gierigheid. Het is niet een crisis van het neo-liberalisme maar een crisis van het kapitalisme. Zij laat de historische achterhaaldheid van het kapitalisme zien, de dringende behoefte om het geheel en al weg te vagen en te vervangen door een wereld waarin de bevrediging van de menselijke behoeften de drijvende kracht vormt en niet langer de winst; een wereld die niet langer geregeerd wordt door de waardewet, verdeeld in naties, rassen en religies, en waarin de zelf-emancipatie van de uitgebuiten voor het eerst de individuele vrijheid zal verwezenlijken.
2. De gevolgen van deze crisis zijn al vernietigend en zullen alleen nog maar erger worden. In zijn wanhopige pogingen om de kosten terug te brengen om zijn winstvoet te herstellen, legt de kapitalistische klasse een massale werkloosheid op, kortingen op lonen en uitkeringen voor de arbeiders, honger, ziekten en het verlies van hun behuizing voor alle onterfden. Om dezelfde reden zet het zijn aanval op het milieu voort. Steeds meer maakt de crisis de weg vrij die naar de oorlog voert. Wanneer de klassieke economische middelen om winst te maken geblokkeerd raken, wordt het gebruik van geweld steeds verleidelijker, de behoefte aan ontwaardingen binnen het accumulatieproces brengen steeds omvangrijker verwoestingen voort.
3. De enige kracht die in staat is om te verhinderen dat het kapitalisme de mensheid naar de afgrond voert, is de revolutie van de internationale arbeidersklasse. De enige wijze waarop deze revolutie kan slagen is door middel van de ontwikkeling van de collectieve zelforganisatie van de strijdende arbeidersklasse; door alle verdelingen die het kapitalisme haar opleg te doorbreken. Uit deze zelforganisatie van de strijd komt de zelforganisatie van een post-kapitalistische wereld voort.
4. De crisis leidt onvermijdelijk tot sociale uitbarstingen. In elk daarvan zijn tegengestelde krachten aanwezig. Er zullen voorstellen zijn om de strijd te staken en in de steek te laten. Sommigen zullen de bijzonderheid van elk gevecht benadrukken om het geïsoleerd te houden. Er zullen pogingen worden gedaan om de woede tegen het kapitalisme tegen arbeiders van een andere nationaliteit te richten, tegen immigranten en andere zondebokken. Maar in ieder gevecht zal zich de behoefte doen gelden om de strijd verder voort te stuwen, om de beweging zo ver als maar mogelijk is te voeren. Er zullen stemmen zijn vóór uitbreiding van de gevechten, vóór de eenheid van de uitgebuiten, voor een collectieve zelforganisatie, tegen het respect voor kapitalistische wetten en instellingen. En steeds vaker zullen er stemmen te horen zijn die zeggen dat de werkelijke vijand het kapitalisme zelf is.
5. De resultaten van deze confrontaties van tegengestelde krachten staan niet bij voorbaat vast. De pro-revolutionairen erkennen dat zij een factor in de vergelijking vormen. De sociale kracht die naar de omverwerping van het kapitalisme toe werkt, neemt verschillende vormen aan en zij zijn er één van. Zo nemen zij naar vermogen deel aan de strijd van de uitgebuiten aan de zijde van degenen die erop aandringen de strijd uit te breiden.
6. Hun theoretische helderheid kan een belangrijke katalysator zijn in de ontwikkeling van het begrip binnen de arbeidersklasse als geheel, en daarbuiten, van wat op het spel staat. Maar om zijn rol te spelen moet het pro-revolutionaire milieu zijn versplintering doorbreken door samen te komen om de revolutionaire basisstandpunten met krachtige en heldere stem te verdedigen.
7. Het wordt tijd dat het pro-revolutionaire milieu openlijk erkent dat de versnelling van de kapitalistische crisis, zowel in haar diepgang als in haar omvang, de inzet van wat er op het spel staat aanzienlijk heeft verhoogd. Dat maakt het noodzakelijk om onderlinge meningsverschillen en onenigheden af te meten gezien zijn meest dringende verantwoordelijkheden. Zeker, de groepen en kringen in het revolutionaire milieu zijn sterk verdeeld, maar wanneer eenieder de wil heeft om revolutionaire standpunten te verdedigen, dan hebben we al een basis om ze gezamenlijk naar voren te brengen. Gezien deze inzet moeten we onze ideeën door middel van gemeenschappelijke discussies en bijeenkomsten, stellingnames en aktiviteiten in het openbaar verspreiden. Wanneer het pro-revolutionaire milieu dit perspectief niet naar voren brengt, wie zal het in zijn plaats doen? Wie discussieert openlijk binnen de arbeidersklasse over zowel de historische betekenis van haar strijd tegen deze crisis als over haar gevolgen, wanneer de heersende klasse erin zou slagen om haar keuzes op te leggen?
8. De theoretische onenigheden vormen geen hindernis voor samenwerking. Zij maken deel uit van de gewone loop van het revolutionair proletarisch leven. Het obstakel is het sektarisme. Het milieu staat voor een cruciale beslissing. Akkoord gaan met de bovenstaande oproep zal slechts een eerste etappe zijn die we vandaag moeten afleggen. En we hebben niet de eeuwigheid om erover na te denken. Het kapitalisme zal niet vanzelf sterven. We zijn vastberaden om onze bijdrage te leveren.
2 maart 2009, Internationalist Perspective / Perspective Internationaliste.
(http://www.internationalist-perspective.org/blog)
Wij verwelkomen en steunen de oproep van Internationalist Perspective (IP/PI) aan groepen en kringen van het revolutionaire milieu. We delen alle fundamentele conclusies en wat daar uit voortvloeit:
De dramatische situatie van de crisis verhoogt de inzet van de huidige situatie aanzienlijk. Het proletariaat is nog steeds de enige sociale kracht die in staat is om een antwoord te geven op de crisis van een overleefd systeem. Meer dan ooit vraagt de veralgemeende crisis van het kapitalistische systeem om duidelijke antwoorden over de middelen en de wegen die de revolutionairen naar voren moeten brengen voor het wereldproletariaat in de onvermijdelijke klassenbotsingen die het zal moeten aangaan om de mensheid te redden van de rampzalige toekomst die de bourgeoisie voor haar in petto heeft.
Het internationalisme zal de zenuwknoop zijn van de wedergeboorte en de vereniging van de meest bewuste elementen onder de proletarische voorhoeden. Ongelukkigerwijze zijn deze niet alleen verspreid en verdeeld door diepgaande meningsverschillen, maar zij zijn bovendien getekend door conflicten die pijnlijke wonden hebben achtergelaten. Daarom steunen we alle pogingen die ondernomen zullen worden om deze erfenis van het verleden te overwinnen.
Bijgevolg menen wij dat we, behalve de noodzaak en de doelen die het Oproep van P.I. onderstreept, het er ook om zal gaan om aan te knopen bij de geest en de oriëntaties die Bilan inspireerden, rekening houdend met het verschil in historische periode, toen het in 1933 in de inleiding tot zijn eerste theoretische bulletin schetste dat “Met de uitgave van het huidige bulletin meent onze fractie geen definitieve oplossingen te kunnen presenteren voor de verschrikkelijke problemen die zich aan de proletariaat van alle landen stellen [...] zij heeft niet de bedoeling om zich te laten voorstaan op haar politieke voorgeschiedenis om steun te vragen voor oplossingen die zij voor de huidige situatie voorstelt. Daarentegen nodigt zij de revolutionairen uit om de standpunten die zij tegenwoordig verdedigt, net als de politieke standpunten die in haar politieke basisdocumenten, te onderwerpen aan de verificatie van de gebeurtenissen. [...] Oktober 1917 is mogelijk geweest omdat er in Rusland een partij bestond die zich een lange tijd had voorbereid, die in de loop van een ononderbroken reeks van politieke gevechten alle vragen die zich aan het Russische en het wereldproletariaat na de nederlaag van 1905 stelden, had bestudeerd. Uit deze nederlaag kwamen de kaders voort die in staat waren om de veldslagen van 1917 te leiden. Deze kaders hebben zich gesmeed in het vuur van een intensieve kritiek die erop doelde om de noties van het marxisme in alle domeinen van de kennis, van de economie, van de tactiek, van de organisatie te herstellen: geen enkel dogma stopte het werk van de bolsjewiki en juist daarom zijn zij in hun missie geslaagd. [...] Degenen die tegenover deze onmisbare arbeid van historische analyse het cliché van de onmiddellijke mobilisatie van de arbeiders stellen, stichten slechts verwarring, verhinderen slechts de werkelijke heropname van de proletarische gevechten. [...] En dit inzicht kan geen enkel verbod, en nog minder enige uitsluiting, verdragen. [...] Onze fractie zou er de voorkeur aan hebben gegeven dat een dergelijke arbeid door een internationaal organisme zou worden ondernomen, doordrongen als zij is van de noodzaak tot politieke confrontatie tussen die groepen welke in staat zijn om de proletarische klasse van meerdere landen te vertegenwoordigen. Ook zouden wij zeer gelukkig zijn om dit bulletin over te dragen aan een internationaal initiatief dat garant staat voor de toepassing van serieuze arbeidsmethoden en voor de zorg om een gezonde politiek polemiek te bepalen.” [1].
Wij zijn dus van mening dat de heropname van contacten binnen het revolutionaire milieu zich eveneens bezig zal moeten houden met de taak om: “ de noties van het marxisme in alle domeinen van de kennis te herstellen”, en dit zonder “enig dogma”, zonder “(enig) verbod, en nog minder enige uitsluiting”, zonder “ tegenover deze onmisbare arbeid van historische analyse het cliché van de onmiddellijke mobilisatie van de arbeiders (te) stellen” en met “de zorg om een gezonde politiek polemiek te bepalen.” Want het is uitsluitend op basis van een dergelijke balans dat zich geleidelijk aan de bases kunnen ontwikkelen om, naar het evenbeeld van de bolsjewiki, een nieuwe Oktober 1917 te doen slagen.
Welke ook de keuzes mogen zijn van degenen die positief zullen antwoorden op deze Oproep, wij zijn nu al bereid om alle initiatieven in deze zin te steunen, hoe bescheiden ze ook mogen zijn. We hebben ons in deze zin al actief ingezet (a) door positief deel te nemen aan het debat over de crisis dat P.I. in maart 2009 te Brussel heeft georganiseerd; (b) door gunstig te antwoorden op haar Oproep; (c) door daarbij het maximum van onze middelen in te zetten, en (d) door binnenkort, in dezelfde zin, andere concrete initiatieven voor te stellen.
We wensen het initiatief van P.I. veel succes toe, en we zijn er zeker van dat het in de komende weken een steeds bredere steun zal verwerven, want we beschikken over steeds luidere echo’s van bedoelingen om positief te antwoorden bij andere groepen en elementen waarmee wij contact onderhouden.
Met onze beste revolutionaire groeten,
29 maart 2009, Controverses, Forum voor de Internationalistische Communistische Linkerzijde
Vertaald uit het Engels door GF., 25 april 2009.
Ik was al bezig om de vertaling voor te bereiden van “Ons antwoord” op de Oproep van I.P.toen ik tamelijk perplex was bij het lezen van het citaat van “Bilan” van 1933: “Oktober 1917 is mogelijk geweest omdat er in Rusland een partij bestond die zich een lange tijd had voorbereid, die in de loop van een ononderbroken reeks van politieke gevechten alle vragen die zich aan het Russische en het wereldproletariaat na de nederlaag van 1905 stelden, had bestudeerd. Uit deze nederlaag kwamen de kaders voort die in staat waren om de veldslagen van 1917 te leiden. Deze kaders hebben zich gesmeed in het vuur van een intensieve kritiek die erop doelde om de noties van het marxisme in alle domeinen van de kennis, van de economie, van de tactiek, van de organisatie te herstellen : geen enkel dogma stopte het werk van de bolsjewiki en juist daarom zijn zij in hun missie geslaagd.”
Op de eerste plaats, 1917 was geen initiatief van de bolsjewiki, maar van de Russische arbeidersklasse, meer in het bijzonder van de arbeiders en arbeidsters van Petrograd die stakingen en manifestaties organiseerden, die de aanleiding vormden van de Russische revolutie... De bolsjewieken werden er door verrast, vooral de weinige leiders die zich in het Westen bevonden en die het niet hadden voorzien: Lenin heeft in 1915 gezegd dat ze wellicht de revolutie niet eens meer zou meemaken.
Op de tweede plaats, slaat het herstellen van de noties van het marxisme op de opvatting die Lenin in 1902 naar voren bracht in zijn “Wat te doen?” met betrekking tot de arbeidersklasse? Dat bestond er uit in overweging te nemen dat deze klasse niet zelf in staat was tot de theorie van het socialisme te komen en dat bijgevolg de filantropische bourgeoisie die moest inbrengen, aangezien God niet kon worden aangeroepen om in deze zaak het proletariaat te verlichten. Wat zei Engels daarover? “Het moderne socialisme is niets anders, dan de gedachtenweerspiegeling van dit feitelijke conflict [tussen de productiekrachten en de productiewijze, E.M.], zijn ideële weerkaatsing in de hoofde van die klasse allereerst, die daaronder direct te lijden heeft, de arbeidersklasse.” [2]. Zelfs als we terzijde leggen dat deze misprijzende, maar vooral onjuiste opvatting van Lenin over de arbeidersklasse niet van hemzelf kwam, maar eerder een letterlijke kopie was van Karl Kautsky, dan heeft deze hem zijn hele leven begeleid zoals de feiten duidelijk maken. Was hij het niet die een quasi-militaire partijorganisatie schiep, waarin er een blinde gehoorzaamheid werd vereist? Of, om met de eigen woorden van Lenin te spreken, waarin er een ‘ijzeren discipline’ heerste, een uitdrukking die hij zijn leven lang tot vervelens toe herhaalde en die hij voortdurend met alle middelen oplegde? Om een voorbeeld te geven: hoe kunnen we zijn aan aan fabrieksdirecteuren vergeten om op te treden als dictators, volgens zijn eigen woorden? Zijn we ook de eliminatie vergeten van de soldaten-comité’s en het opleggen van 30.000 tsaristische officieren opdat die de “ijzeren discipline” waarmaakten? Waar zijn dus het initiatief en de zelfbevrijding van de werkenden?
Op de derde plaats was het eerste dat Lenin in Oktober 1917 deed, onmiddellijk na het grijpen van de macht, was het aanbieden van vrede aan de kapitalisten, aan die van de twee oorlogsbendes. Hoe zat dat? Had dezelfde Lenin twee jaar eerder niet gezegd dat de imperialistische oorlog in een burgeroorlog moest worden omgevormd? Bij de eerste gelegenheid biedt hij vrede aan en zoekt onvermoeibaar naar samenwerking met de kapitalisten om handelsbetrekkingen aan te knopen, industriele en diplomatische en andere samenwerking... om wat te doen? Om het socialisme te vestigen? Was hij al vergeten dat het eerste wat te doen staat juist de revolutionaire burgeroorlog van het proletariaat tegen de bourgeoisie is? Of wilde hij ons wijsmaken dat oorlog en vrede tegelijkertijd mogelijk zijn? Vrede met de kapitalisten en oorlog tegen dezelfde kapitalisten over de rug van de proletariërs? Of wil hij ons voor idioten verslijten als hij, andermaal, zijn onvermogen aan de dag legt om te begrijpen van kapitalisme is, klassenstrijd, het marxisme als interpretatie van de geschiedenis.
Op de vierde plaats, op het vlak van de taktiek, verwijst hij er niet naar dat die gericht is op het gebruiken van het westerse proletariaat en zijn strijd om de kapitalisten te dwingen om allerlei overeenkomsten te sluiten met de bolsjewiki, zoals veroordeeld door de Hollands-Duitse Linkerzijde? Of die, die er uit bestond een verdrag te sluiten met Turkije toen de regering van dat land revolutionairen uitmoordde?
Als we terugkeren naar de theorie, dan heeft hij ook andere grote ‘bijdragen’ geleverd: plagiaat uit het werk van zijn meester Karl Kautsky, “de drie bronnen van het marxisme” als drie delen die vervolgens aan elkaar kunnen worden geplakt, en die de toets van de confrontatie niet kan doorstaan met de “materialistische geschiedenisopvatting” zoals uiteengezet door Marx, en gebruikt in zijn analyses net als in die van Engels.
Nog meer theoretische ‘bijdragen’? Wellicht zijn beroemde beginsel van het “recht der naties op zelfbeschikking” dat zo vaak bestreden is, zoals in het voorbijgaan, door Rosa Luxemburg? Over dat onderwerp verwijs is liever naar het boek De nationalismes tegen het proletariaat uitgegeven door de Ediciones Espartaco Internacional en bestaande uit een keuze van artikelen van Marx en Engels, en met een inleiding van de schrijver van deze regels. Om de grote theoretische ‘bijdragen’ van Lenin op waarde te schatten, vergelijken we die met wat Marx en Engels in verschillende artikelen opgenomen in het hier genoemde boek zeggen: “Opdat hun belangen gemeenschappelijk kunnen worden, moeten de huidige eigendomsverhoudingen afgeschaft zijn, want de huidige eigendomsverhoudingen vereisen de uitbuiting van de volkeren onder elkaar: de huidigen eigendomsverhoudingen af te schaffen, dat is alleen in het belang van de arbeidende klasse. Die heeft ook als enige het middel daartoe. De overwinning van het proletariaat over de bourgeoisie is tegelijk de overwinning over de nationale en industriële conflicten, waardoor tegenwoordig de verschillende volkeren tegenover elkaar komen te staan. De overwinning van het proletariaat over de bourgeoisie daarom tegelijk het bevrijdingssignaal van alle onderdrukte naties.” (Marx) [3]. Anders gezegd: eerst de proletarische revolutie, vervolgens, als gevolg daarvan, bevrijding van de onderdrukte volkeren. Precies het tegenovergestelde van wat Lenin zegt: eerst zelfbeschikking et daarna.... revolutie of contra-revolutie? Maar ook: “De Juni-nederlaag verried tenslotte de despotische machten van Europa het geheim, dat Frankrijk onder alle omstandigheden de vrede naar buiten toe moest handhaven om naar binnen toe de burgeroorlog te kunnen voeren. Zo werden de volkeren, die de strijd voor hun nationale onafhankelijkheid waren begonnen, prijsgegeven aan de overmacht van Rusland, Oostenrijk en Pruisen, maar tegelijkertijd werd het lot van deze nationale revoluties ondergeschikt gemaakt aan dat van de proletarische revolutie en werden ze beroofd van hun schijnbare zelfstandigheid en onafhankelijkheid van de grote sociale omwenteling. Noch de Hongaar, noch de Pool, noch de Italiaan kan vrij zijn zolang de arbeider slaaf blijft!” (Marx) [4].
“Toen hing het lot van de Oosteuropese revolutie af van het standpunt van de Tsjechen en Zuid-Slaven; we zullen niet vergeten dat ze op het beslissende moment omwille van hun bekrompen nationale hoop die revolutie aan Petersburg en Olmütz [5] verraden hebben!” (Engels) [6].
Samengevat: toen de revolutie op gang was in Europa in 1848-1849, verweet Engels de Slaven van Midden- en Zuid-Europa dat de hun kleingeestige nationale streven boven de revolutie stelden. Hij stigmatiseert ze door te zeggen dat niemand hun verraad aan de revolutie zal vergeten. Zeventig jaar laten, toen de revolutie opnieuw op gang kwam in Europa, en dit keer niet van de bourgeoisie maar de proletarische, komt Lenin er aan en hij bevredigt het kleingeestige nationale streven van de bourgeoisieën in Finland, Oekraïne, enz... die deze gebieden omzetten in bases van de contrarevolutie. En alsof dat niet genoeg was, dan komt Bilan ons in 1933 vertellen dat Lenin de begrippen van het marxisme herstelde.
“De Juni-strijd in Parijs, de val van Wenen, de tragikomedie van de Berlijnse November van 1848, de vertwijfelde inspanning van Polen, Italië en Hongarije, het uithongeren van Ierland – dat waren de voornaamste factoren waarin de Europese klassenstrijd tussen bourgeoisie en arbeidersklasse zich concentreerde en waarmee wij bewezen dat iedere revolutionaire opstand, ook al mag zijn doel nóg zo ver van de klassenstrijd verwijderd schijnen te liggen, moet mislukken totdat de revolutionaire arbeidersklasse overwint, dat iedere sociale hervorming een utopie blijft totdat de proletarische revolutie en de feodale contrarevoltie zich in een wereldoorlog met de wapenen meten. (Marx) [7]. Bestaat er enige gelijkenis tussen deze wereldoorlog en de “opbouw van het staatskapitalisme” van Lenin, zijn verdragen met Engeland, met Duitsland, enz....?
Als we wat verder zijn ingegaan op de “zelfbeschikking van de volkeren”, dan is het omdat dit beroemde leninistische beginsel, zo triest vermaard, alle nationale bevrijdingsbewegingen heeft geïnspireerd, in de twintigste eeuw op alle werelddelen, daarmee onherstelbare schade veroorzaakte aan het streven van het internationale revolutionaire proletariaat. Zo werd de gerechtvaardigde strijd tegen uitbuiting en kapitalistische onderdrukking in nationalistisch vaarwater gebracht om nieuwe nationale staten te vormen, terwijl de proletarische revolutie al in 1917 de vernietiging van alle bestaande staten op de agenda plaatste om een maatschappij zonder klassen, zonder uitbuiting en onderdrukking te vormen.
Ik wil slechts in de herinnering brengen, tenslotte, dat de kaders van de bolsjewiki die in de gedachtenis van Bilan blijven, dezelfden zijn die de proletarische revolutie in en buiten Rusland onderdrukken. Daarenboven wil ik zeggen dat ze daarmee niet zijn begonnen in het tijdperk van Stalin (die ongetwijfeld het aangevangen werk voortzette) maar in die van Lenin en Trotski, die (vooral na het bloedbad van Kronstadt) moet méér hoefden te doen het lijk van het revolutionaire proletariaat aan te bieden aan de despoot die er aan kwam. Uit alles wat ik gezegd heb, kan men afleiden dat, als op andere punten Bilan juister analyses kon hebben, het hier alleen maar het laten zien dat het dicht bij het leninisme blijft staan en zich bijgevolg maar moeizaam kon bevrijden uit de erfenis van het bolsjewisme. Als we de begrippen van het marxisme willen herstellen, laten we dan terugkeren naar Marx.
E.M., 2 december 2009, origineel Spaans, vertaald uit het Frans door Vico, 26 december 2009.
[1] Een kritiek van het voorafgaande is te vinden aan het eind van Ons antwoord, in Kritiek van Bilan 1933.
[2] Anti-Dühring, Derde deel, hoofstuk II, Theoretische kwesties, Moskou, Progress, 1978, p. 316.
[3] Reden über Polen , 20 november 1847, MEW, Bd. 4, p. 416.
[4] De klassenstrijd in Frankrijk, Amsterdam, Pegasus, 1974, p. 65.
[5] Olomouc in Moravië, noot van de vertaler.
[6] Der demokratische Panslavismus, Köln, 16 februari 1849, MEW, Bd. 6, p. 284.
[7] Loonarbeid en kapitaal, Amsterdam, Pegasus, 1974, p. 21.