Forum voor de Internationalistische Communistische Linkerzijde
Op deze pagina publiceren we een beschouwing van Paul Mattick in "The Brooklyn Rail" naar aanleiding van de toenemende escalatie van militaire conflicten, met name in Syrië en het Midden-Oosten, wat hem de vraag doet stellen: is de Derde Wereldoorlog begonnen? Zij wordt gevolgd door een kritiek van de kant van het nieuwe, Nederlandstalige web blog "Arbeidersstemmen".
Controverses, 24 januari 2016
Ik groeide op te midden van volwassenen die de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd door op tijd uit Europa te vertrekken, of door de dienstplicht te ontwijken of dienst te weigeren in de Verenigde Staten, of door tot de gelukkigen te behoren die wonder boven wonder een concentratiekamp overleefden. Veel van deze mensen verwachtten, gezien de verbetenheid waarmee de VS en USSR elkaar bestreden, in de jaren 1950 een nieuwe wereldoorlog. En ze maakten zich bijzonder ongerust over een komende nucleaire holocaust. Later ontmoette ik mensen die Europa hadden verlaten en naar Zuid-Amerika waren gegaan om veiliger te zijn voor radioactieve neerslag in het geval het tot een oorlog zou komen, en anderen die om dezelfde reden erover dachten om te emigreren naar Australië, of dat ook daadwerkelijk deden.
Het verwachte nucleaire conflict tussen de grootmachten zou niet plaatsvinden. In plaats daarvan volgden op de Tweede Wereldoorlog als verdere ontwikkeling van de anti-koloniale nationale bevrijdingsoorlogen een reeks van moorddadige indirecte oorlogen tussen Oost en West in Azië, Afrika en Centraal-Amerika, waarbij lokale conflicten werden uitgelokt of versterkt door betrokkenheid van de grootmachten. De ineenstorting van de Sovjet-Unie in 1989 leidde tot een duidelijke vermindering van de dreiging van een wederzijds verzekerde vernietiging van beide supermachten. Maar zowel Rusland als Amerika bleven vloten van vliegtuigen, schepen en raketten met kernwapens behouden, terwijl het aantal kernmachten zich uitbreidde. De oorlog ging verder aan de rand van de economisch ontwikkelde gebieden, waar etnisch gerichte groeperingen vochten om de herverdeling van de controle over de Balkan, over Centraal-Afrika, en diverse Aziatische landen. We zagen bendes ter grootte van legers die vochten om de controle over natuurlijke hulpbronnen, diamanten en andere mineralen, olie, weideland in Afrika en drugsroutes in Midden- en Zuid-Amerika.
Tegelijkertijd hadden de “ontwikkelde” landen vanzelfsprekend niet hun belangstelling in oorlog opgegeven. In het laatste decennium van de Koude Oorlog investeerden de VS, naast hun voortdurende gigantische militaire uitgaven, miljarden in het creëren van een leger van Islamisten om de Russen uit Afghanistan te verdrijven. De jihadisten hadden echter verdergaande belangen dan die van de Amerikanen. Zij streefden naar de vernietiging van de regeringen in Saoedi-Arabië (ondanks Saudische steun voor de jihad) en Egypte, en van Israël – alle bondgenoten van de VS. Met behulp van de “luchtmacht van de arme man” – bomauto’s en -vrachtwagens verjoegen de Islamistische strijders de Amerikanen uit Libanon en vernietigden militaire bases en ambassades in Saoedi-Arabië en Afrika, plus een oorlogsschip en andere militaire installaties. Op 11 september 2001, konden de Amerikanen niet langer doen alsof deze strijd hen niet direct aanging. Toen de regering-Bush met een aanval op Irak gebruik maakte van de situatie om de macht van Amerika te tonen, was het resultaat een regelrechte ramp: de verwijdering van het regime van Saddam Hoessein leidde rechtstreeks tot hernieuwde sektarische strijd tussen sjiitische en soennitische vleugels van de Islam, die in combinatie met de complexe nationale en etnische rivaliteiten van de regio, het Midden-Oosten heeft veranderd in een levende hel voor haar inwoners, en miljoenen van hen op de vlucht dreef.
Gezien de meest recente ontwikkelingen in deze gebeurtenissen – de opkomst van de Islamitische Staat uit de Mesopotamische tak van Al Qaeda en, in de afgelopen weken, het overgaan van IS tot terroristische daden in het buitenland – waarom niet gewoon toegeven dat de Derde Wereldoorlog is begonnen? (Ik ben nauwelijks de eerste die op deze gedachte komt – naast de altijd aanwezige paus, noemde bijvoorbeeld de Iraakse minister van Buitenlandse Zaken al-Jaafari de aanvallen in Parijs een nieuwe fase in een voortgaande wereldoorlog). Hij begon niet, zoals bij de eerste twee wereldoorlogen, met formele verklaringen van de belangrijkste wereldmachten. In plaats daarvan ontstond geleidelijk, in de context van de rivaliteiten tussen grootmachten en in een wereld-systeem waarin het ontbreekt aan alternatieve middelen voor het oplossen van conflicten over zulke basale kwesties als de controle over grondstoffen. Hij wordt gevoed door de wereldwijde beschikbaarheid van wapens, van de alomtegenwoordige AK-47 tot geavanceerde op vrachtwagens gemonteerde raketten, wapens die de wereld overspoelden om te voldoen aan de behoeften van verschillende indirecte oorlogen tussen de grootmachten (en laat ons niet de omvangrijke bijdrage vergeten van de Amerikaanse, Russische, Chinese, Franse, en Israëlische wapenproducties aan hun Bruto Nationaal Product), in aanvulling op de miljarden auto’s en tonnen kunstmest die beschikbaar zijn voor steeds ambitieuzere bommen-makers over de hele wereld. In tegenstelling tot in de eerdere wereldoorlogen, zijn de oorlogvoerende kampen niet duidelijk afgegrensd: In Syrië bijvoorbeeld is Turkije officieel een westerse bondgenoot, maar dit heeft meer belang om de opkomst van een Koerdische staat te voorkomen, dan om de oorlog tegen IS ondersteunen, op het moment dat IS met het meeste succes wordt bestreden door de Koerden. Rijke Saoedi’s financieren jihad, terwijl de Saoedische luchtmacht bommen werpt op jihadisten in Syrië (en op anti-jihadisten in Jemen). De VS en Iran bevinden zich in hetzelfde oorlogvoerende kamp tegenover de Afghaanse Taliban en de IS, terwijl ze anders fervente tegenstanders van elkaar zijn. Frankrijk en Rusland zijn het oneens over de Oekraïne, maar coördineren bombardementen in Syrië. Maar het is juist deze verwarring van de “kampen” die de nieuwe wereldwijde uitbreiding van de oorlog vormt, een uitbreiding die zich niet langer beperkt tot bepaalde plaatsen, maar is evengoed kan opduiken in New York of Londen als in Mali of op de Filipijnen.
Een ander nieuw verschijnsel van deze wereldoorlog is dat het moeilijk is voor te stellen hoe er een einde aan zou kunnen komen. Zelfs in Syrië, waar op zichzelf genomen, de anti-regeringskrachten versnipperd zijn en de relaties tussen de betrokken externe krachten onsamenhangend, lijkt het onwaarschijnlijk dat het Assad-regime, zelfs als het sterker zou zijn dan het is, en zelfs met een aanzienlijke buitenlandse hulp, in staat zou zijn om de anti-regeringskrachten te verslaan. Deze situatie lijkt op die van de Russen die niet in staat waren om de onderling strijdende partijen te verslaan die zich tegen hen in Afghanistan verzetten. [1] En de slechte vooruitzichten voor de “oplossing” van het “probleem” reiken verder dan de Syrische situatie. Men kan een idee krijgen van de apocalyptische uitzichtloosheid van de wereldwijde oorlog door kennis te nemen van de meningen van deskundigen: De hardste lijn in een recente verzameling van strategische gedachten over wat te doen met de IS kwam naar voren van Shabtai Shavit, een voormalig hoofd van de Mossad, die op de Israëlische radio verklaarde “we moeten alle argumenten van recht, moraal, en afwegingen tussen veiligheid en de rechten van het individu opzij schuiven.” In plaats daarvan moeten we doen “wat ze in de Tweede Wereldoorlog deden met Dresden. Ze veegden het van de kaart”. Maar een expert op het gebied van het Midden-Oosten bij het Brookings Instituut gaf daarop het commentaar, dat dit gewoonweg zou leiden tot “een golf van terrorisme zoals die de wereld nog nooit heeft gezien”. Hij dacht dat dit dilemma misschien kan worden opgelost door de uitvinding van een alternatieve “constructieve” versie van de Islam, die in staat zou zijn om grote aantallen Islamitische jongeren uit de greep van het jihadisme op hun harten en geesten te halen. Behalve een religieuze hervorming, wat nodig is, zo vatte de New York Times de adviezen van de verschillende denk-tank’s samen, is “een grotere effectiviteit” van de regeringen in het Midden-Oosten, samen met “eerlijke justitie, betere scholen, en meer kans op een baan”. [2]
Een hele opgave, zou je kunnen zeggen. (Terwijl we toch bezig zijn, waarom niet zorgen voor werkgelegenheid en fatsoenlijke leefomstandigheden, en een einde maken aan de intimidatie door de politie van de overgrote moslimbevolking opgepropt in de sloppenwijken rondom Franse steden?). Een dergelijk standpunt erkent ten minste dat het huidige jihadisme een reactie is op het falen van de naoorlogse kapitalistische groei om zich uit te breiden tot de voormalige gekoloniseerde gebieden van Afrika, Centraal-Azië en het Midden-Oosten. Het jihadisme is geen traditionalistische heropleving, maar een eigentijds product, op grote schaal geïnspireerd door de geschriften van Sayyid Qutb, de activist van de Moslim Broederschap die in 1966 door Nasser werd geëxecuteerd. Deze mislukking wordt geëvenaard door het falen van het Arabische socialisme en seculier nationalisme om een effectieve overheid tot stand te brengen met eerlijke rechtspraak, betere scholen, en goede vooruitzichten op werk. Deze mislukking van beide kanten heeft geleid tot de op religie gebaseerde afwijzing van de “Westerse” modernisering, en heeft de rekrutering vergemakkelijkt van tienduizenden moslims uit de hele wereld die bereid zijn om te doden en te sterven in de poging om een maatschappelijk zinvol bestaan op te bouwen binnen ons stagnerende sociale en economische systeem. Alleen al het idee dat een ‘gematigde’ versie van de islam klaargestoomd door Westers gezinde imams de werkelijke Islamitische reformatie zou kunnen verdringen, die als een de Islam voor onze tijd is uitgewerkt door Qutb en gepropageerd door Bin Laden, al-Zarqawi, en al-Baghdadi, getuigt van het faillissement van de officiële politieke en culturele verbeeldingskracht.
De mislukking van de revolutionaire golf die volgde op de Eerste Wereldoorlog gaf het kapitalisme nog een kans; de depressie en de nieuwe wereldoorlog waartoe die kans leidden openden de weg naar een nieuwe periode van welvaart, het naoorlogse “Gouden Tijdperk” dat in het midden van de jaren 1970 eindigde. De economische groei heeft geleid tot de accumulatie van rijkdom in de handen van enkelen en op enkele plaatsen, terwijl voor de grote meerderheid van de mensen op aarde een afnemend aandeel overblijft van de rijkdom die zij genereren. Deze groei is vertraagd als een terugtrekkend tij. Daardoor is de hoop op vooruitgang ondermijnd die ooit mensen hielp om een leven onder het kapitalisme vol te houden. Met een zo sombere toekomst, is het niet verwonderlijk dat we zien dat allerlei achteruitblikkende apocalyptische praktijken worden gecreëerd, van de verschillende vormen van christelijk fundamentalisme die spelen in Amerika, tot de Joodse ultra-orthodoxie en de Islamitische Staat. Waarvan we getuige zijn is niet een “botsing der beschavingen”, maar de zelfvernietiging van een beschaving, die ooit zichzelf trots “modern” noemde, zoals Adam Schatz opmerkt in een indringend artikel:
“De aanslagen in Parijs weerspiegelen niet een botsing van beschavingen, maar veeleer het feit dat we echt leven in één enkele maar ongelijke wereld, waarin het lijden in één regio onvermijdelijk overstroomt naar een andere regio, waarin alles met alles is verbonden, soms met dodelijke gevolgen. Ondanks al haar middeleeuwse voorkomen, houdt het kalifaat een spiegel voor aan de wereld die we hebben gemaakt, niet alleen in Raqqa en Mosul, maar in Parijs, Moskou en Washington.” [3]
De dreigende Apocalyps wordt dus niet aangekondigd door de verschillende goden die door de godsdiensten van de wereld zijn aangeroepen, maar zij is het resultaat van het onvermogen van het kapitalisme om de krachten te beheersen die het zelf heeft ontketend. De wereldleiders lijken bijvoorbeeld eindelijk te begrijpen dat de klimaatverandering een echt probleem is, maar algemeen wordt aangenomen dat de komende klimaatonderhandelingen in Parijs tot zeer weinig van de verandering zullen leiden die nodig is om een verergering van de voortgaande catastrofe af te wenden. De economische (en daarmee politieke) belangen die opzij geschoven zouden moeten worden, zijn gewoon te sterk, omdat ze van fundamenteel belang zijn voor de manier waarop de wereldmaatschappij werkt. Evenzo, terwijl de beperkingen van de kapitalistische economie het onmogelijk maken om de sociale problemen op te lossen die de ellende achter de wereldwijde jihad veroorzaken, worden de leidende naties structureel geremd in het aanpakken van de daaruit voortvloeiende situatie met andere dan slechts militaire middelen. Militaire middelen zijn van centrale betekenis geworden in de werking van de leidende economische macht: Zoals Gabriel Kolko heeft opgemerkt in zijn belangrijke boek, Century of War, na de Tweede Wereldoorlog werd het Amerikaanse militaire budget “een zeer ruw surrogaat voor openbare werken of sociale maatregelen en alleen dit maakte deze overheidstekorten mogelijk […] en ondersteunde daardoor de economie in haar geheel […] Het bestaan van de militaire voorbereidingen bevatte een inherente neiging tot activisme, met alle risico’s van dien”. [4] Maar zelfs staten die niet zo afhankelijk zijn van het militaire Keynesianisme als de VS kennen economische en politieke investeringen in militarisme. En, wat kunnen ze uiteindelijk anders doen?
Hierdoor proberen de belangrijkste staten zich te gedragen als “grootmachten” op een moment waarop er niet langer grootmachten in de 19e eeuwse zin bestaan, op een moment waarop de krachten die het wereldwijde systeem in een wurggreep houden, de kracht van zelfs de sterkste elementen te boven gaan. Het resultaat is het barbarendom waarvoor Rosa Luxemburg waarschuwde, als het alternatief voor het socialisme. De derde wereldoorlog kan wel eens de meest verschrikkelijke van alle blijken als de bevolking van de aarde er niet een einde aan maakt, door eens en voor altijd te breken met de omstandigheden die het barbarendom voortbrengen.
Editor’s Note by Paul Mattick, December 9th, 2015
Bron: The Brooklyn Rail - Critical perspectives on arts, politics and culture
De Nederlandse tekst is rechtstreeks uit het Amerikaans vertaald. Daarbij zijn vele lange zinnen in stukken gehakt en verwijzingen zoals ‘hij’ en ‘die’ vervangen door het begrip waarnaar werd verwezen. – De vertaler, Fredo Corvo 22-1-2016
Deze vertaling is overgenomen van het weblog Arbeidersstemmen
++++
Het artikel werpt noodgedwongen meer belangrijke vragen op dan het beantwoordt. Over de vraag: Derde Wereldoorlog of wereldwijde oorlog? doet het artikel volgens mij geen duidelijke uitspraak. De complexe situatie waarin de huidige wereld verkeert, vraagt inderdaad ook om een diepergaand begrip dan een dergelijke slechts terminologische onderscheiding.
Mattick lijkt zich aan te sluiten bij het inmiddels gegroeide begrip van de gevolgen van het uiteenvallen van het Oostblok sinds 1989 en de onmogelijkheid voor de Verenigde Staten om de imperialistische boevenbendes die de staten van deze wereld zijn, te verenigen in één blok. We hebben een toename van de onderlinge rivaliteiten van de voormalige bondgenoten tegen de USSR gezien, pogingen van Rusland om zich weer op te werpen als tweede grootmacht en, meer aan de rand van de geïndustrialiseerde wereld, het ontstaan van steeds ernstigere bendeoorlogen. Mattick haalt het historisch perspectief aan zoals Rosa Luxemburg het in navolging van Engels formuleerde: Socialisme of terugval in het barbarendom. Hij erkent hiermee de historische periode die werd geopend door de Eerste Wereldoorlog, maar een inschatting van de ontwikkeling van de krachtsverhouding tussen kapitaal en arbeidersklasse – noodzakelijk voor een actieve deelname aan de klassenstrijd – ontbreekt in het artikel. Dat blijft beschouwend van aard met zelfs uitglijders waar in aansluiting op burgerlijke experts wordt gesproken in termen van ‘ons systeem’.
Om deze tekortkomingen te boven te komen herinneren we hier kort aan enkele standpunten binnen het milieu dat zich beroept op de Communistische Linkerzijde.
Met de aanslagen van IS raakt de arbeidersklasse in de hoog geïndustrialiseerde metropolen niet slechts in fysieke zin betrokken bij de uitbreiding van de oorlog op wereldschaal (deze kan “evengoed … opduiken in New York of Londen”). De arbeidersklasse van Noord-Amerika en West-Europa werd door de IKS gezien als een vitale sector van het internationale proletariaat. Deze arbeiders zijn inmiddels ook een betrekkelijk weerloos object geworden van de ideologische campagnes van rechts en links rond vluchtelingen (verdeling van de arbeidersklasse tussen vluchtelingen die arbeidsmigrant en deel van het industrieel reserveleger worden), campagnes die tevens steun geven aan de versterking van de staatsrepressie en oorlogsinspanningen.
De gevolgen van een wereldwijde uitbreiding van de oorlogen zijn volgens Mattick even fataal als die van een Derde Wereldoorlog. Maar het is belangrijk om ons af te vragen of de tendens naar steeds meer oorlogen de vorming van twee nieuwe imperialistische blokken voor het voeren van een Derde Wereldoorlog uitsluit. Ik denk van niet.
Mattick wijst er op dat de escalatie door plaatselijke oorlogen tot conflicten in het oude hart van de wereld mogelijk is. Daarbij moeten we ook denken aan de inzet van nucleaire wapens, biologische wapens, chemische wapens of nieuwe wapens zoals drones, robots en cyberwarfare door zowel grote als kleine imperialismes. De inzet van deze wapens kan inderdaad dezelfde allesverwoestende uitwerking hebben als een Derde Wereldoorlog. Het is absoluut noodzakelijk dat we in een actieve betrokkenheid in de arbeidersstrijd wijzen op deze inzet van de huidige periode.
Mattick herinnert ons aan de vele plaatselijke oorlogen na 1945 waarin de VS en de USSR elkaar onderling indirect bestreden, via plaatselijke door hen gesteunde strijdkrachten. Daarbij waren beide grootmachten vaak beide indirect betrokken en in sommige gevallen slechts één van beide direct (de VS in Korea en Vietnam, de USSR in Afghanistan), maar kwamen ze nooit beide tegelijkertijd direct in actie. Dit laatste is echter wel het geval bij het conflict in Syrië, waar de VS en Rusland nauwelijks verhuld door een schijn van gemeenschappelijke strijd tegen IS en het terrorisme in feite eigen doelstellingen nastreven die – daar wijst Mattick op – onderling tegenstrijdig zijn. Een escalatie tussen beide ‘bondgenoten’ in Syrië tot een directe onderlinge confrontatie is echter niet slechts theoretisch mogelijk. Dit stelt de vraag van zowel de mogelijkheid als die naar de gevolgen van verdere escalatie van een gewapend treffen tussen Rusland en de Verenigde Staten in Syrië voor andere gebieden, b.v. Europa. Tot nu toe controleerden VS met het handhaven van evenwicht tussen de wankele en onderling rivaliserende kunstmatige staten in het Midden Oosten de belangrijkste energiebron voor de industrie en het transport en daarmee de handel, olie en gas. Met name hielden de VS via het Midden Oosten Europa in het gareel. Deze betekenis van het Midden Oosten was al verminderd door de gasleveringen van Rusland aan Europa (tot spijt van de VS). Nu verdwijnt de geopolitieke betekenis van het Midden Oosten steeds meer met het toenemende belang van schaliegas, olie- en gaswinning in andere delen van de wereld en het aan betekenis winnen van alternatieve energiebronnen, zoals zon, wind en de aloude atoomenergie.
Waarom hebben we dan tot nu toe geen directe conflicten tussen de grootmachten gezien die op een Derde Wereldoorlog uitliepen?
Een ‘wederzijds verzekerde nucleaire vernietiging’ wordt door Mattick terecht niet uitgesloten. Waarom vond deze niet plaats in de periode na 1945? Wereldoorlog is oorlog tussen imperialistische grootmachten die niet begint met het doel van de totale vernietiging van het grondgebied van de tegenstander maar de verovering daarvan. De eenmaal ontketende furie van het inter-imperialistische barbarendom heeft niet verhinderd dat dit wel het resultaat was, de tweede keer nog grondiger dan in de Eerste Wereldoorlog. Maar na twee keer Wereldoorlog had de bourgeoisie geen enkele illusies meer in een snelle veroveringsoorlog. De Wereldoorlog is een langdurige oorlog waarin enthousiaste medewerking van de arbeidersklasse aan het front en in de fabrieken nodig is. Aan het begin van beide wereldoorlogen is deze medewerking en het opgeven van de klassestrijd bereikt door de leugen van de verdedigingsoorlog (Geallieerden) of van de onoverwinnelijkheid van het eigen leger (Duitsland). Deze medewerking maakte snel plaats voor onverschilligheid en in de Eerste Wereldoorlog uiteindelijk voor het weer opnemen van strijd voor klassebelangen die uitliep op revolutionaire arbeidersbewegingen in met name de verliezende landen Rusland en Duitsland. Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, verzekerde het kapitaal zich ervan dat doffe berusting de arbeidersklasse stil hield door de afmatting van de meest strijdbare arbeiders in Midden en West-Europa in een valse strijd tussen Nazisme, Stalinisme en Democratisch Socialisme, alle drie uitdrukking van het staatskapitalisme. In het Oosten van Europa legde Stalin’s terreur de arbeidersklasse lam. In de oorlog zelf zorgden massale bombardementen op woonwijken dat de Duitse arbeidersklasse niet loskwam uit de wurgende greep van het Nazisme. Op het einde van de oorlog werd een heropleving van het internationale proletariaat verhinderd door kapitalistisch machtsvertoon zoals het bombardement van Dresden, het Rode Leger dat zijn opmars stopte om de nazi’s de opstand van Warschau te laten neerslaan, met als hoogtepunt van alle gruwelen de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki.
De Vietnam-oorlog, deel van de wereldwijde strijd tussen de USSR en de VS om verdeling van de koloniale erfenis die diverse Europese imperialismes hadden achtergelaten, gaf een keerpunt te zien. De VS trokken zich terug ten gunste van het neutraliseren en vervolgens aan haar zijde krijgen van China. Een tweede motief mogen we niet onderschatten: verzet tegen de Vietnam-oorlog in eigen land en heropkomst van zelfstandige arbeidersstrijd vanaf midden jaren ’60, tegelijk met eerste ernstige crisisverschijnselen. De zelfstandige arbeidersstrijd is sinds midden jaren ’70 teruggelopen, maar voor ons is een belangrijke vraag hoe de krachtsverhouding tussen arbeidersklasse en kapitaal beïnvloed wordt door ideologische campagnes tegen vluchtelingen en voor de noodzaak van repressie en oorlogsinspanningen.
Fredo Corvo 22-1-2016
Bron: Arbeidersstemmen een nieuwe blog in het Nederlands over zelfstandige arbeidersstrijd voor een menselijke wereld.
[1] Voor een informatieve analyse van de Syrische situatie, zie William Polk’s artikel, “Understanding Syria: From Pre-Civil War to Post-Assad,” in Atlantic, 10 december 2013.
[2] Alle citaten uit Tim Arango, “Envisioning How the Global Powers Can Smash a Brutal Enemy,” New York Times, 18 november 2015.
[3] A. Schatz, “Magical Thinking About ISIS,” London Review of Books 37:23 (December 3, 2015).
[4] G. Kolko, Century of War: Politics, Conflicts, and Society Since 1914 (New York: The New Press, 1994), 475.