Afdrukversie

Karl Marx in de schaduw van het Charles Darwin jaar 2009 (Deel I)

“Charles Darwin ontdekte de ontwikkelingswet van de organische natuur op onze planeet. Marx is de ontdekker van de fundamentele wet volgens welke de menselijke geschiedenis beweegt en zich ontwikkeld, een wet zo eenvoudig en overtuigend dat deze zogezegd maar uiteengezet hoeft te worden om waardering te ondervinden.” (Friedrich Engels)  [1].

“Men kan moeilijk twee denkers noemen, die zo zeer het geestesleven van de mensheid in de tweede helft van de negentiende eeuw beheersen, als Darwin en Marx. Wat zij leerden, bracht een ommekeer in de wereldbeschouwing van de grote massa’s. Sinds een halve eeuw zijn hun namen in aller mond, hun theorieën staan in het middelpunt van de geestelijke strijd, die de tegenwoordige maatschappelijke strijd begeleidt. De oorzaak hiervan is in de eerste plaats de grote wetenschappelijke waarde van hun leerstellingen.” (Anton Pannekoek) [2].

1. Inleiding

De menselijke soort bestaat meer dan 2.000.000 jaar. De laatste gemeenschappelijke voorouders van de huidige menselijke wezens leefden ongeveer 200.000 jaar geleden. Toch was het pas 250 jaar geleden, in 1759, dat de Duitse embryologist Caspar Friedrich Wolff openlijk durfde te speculeren tegen de onveranderlijkheid van de soorten en een gemeenschappelijke afkomst voorstelde [3]. En pas 200 jaar geleden, in 1809, gaf Jean-Baptiste de Lamarck zijn Zoologische filosofie uit, een eerste poging om een wetenschappelijk raamwerk te geven voor wat toen transmutatie  [4] werd genoemd. 1809 was ook het jaar waarin Charles Darwin werd geboren; op de leeftijd van vijftig jaar gaf hij in oktober 1859 zijn Over het ontstaan van soorten door middel van natuurlijke selectie, of het behoud van bevoordeelde rassen in de strijd om het leven [5] uit, daarin een eerste algemene theorie over de ontwikkeling van het leven voorleggend. De bespiegelende en humanistische man van de wetenschap wilde dat zijn theorie beoordeeld zou worden op niets dan zijn wetenschappelijke verdienste, hij was erg voorzichtig ten opzichte van de religieuze vooroordelen die hij zou tegenkomen, en hoewel hij zeer begaan was met het sociale vraagstuk was hij welbewust nooit actief betrokken in enige beweging.

Maar zijns ondanks werd zijn theorie onmiddellijk onderwerp van zeer politiek debat. Het was geen volslagen toeval dat ook in 1859 de Liberale Partij in Groot Brittannië was opgericht met zijn verdediging van persoonlijke kansen door institutionele hervormingen: laat de beste winnen, weg met de aristocratische privileges van de landeigenaren en pech voor de verliezers! Naast vele andere dingen verdedigde het liberalisme een algemene sociale politiek, gezondheidszorg, onderwijs, openbare bibliotheken, verheffing van prostituees, en, niet in de laatste plaats, geboortecontrole voor de armen. De liberale bourgeoisie geloofde in vooruitgang door technische oplossingen voor alle problemen. Het natuurlijke “Overleven van de best aangepasten” (“Survival of the Fittest”) [6] tussen afzonderlijke mensen zou gehinderd worden door nutteloze wettelijke beperkingen. Na publicatie van Over de oorsprong der soorten, werden zowel het boek als Charles Darwin zelf vereenzelvigd met deze liberale beweging en omgekeerd maakten de Britse liberalen gebruik van vooral de volledige titel van diens boek om propaganda te maken voor hun eigen politieke filosofie. Van alle mensen stond Charles Darwin buitengewoon kritisch ten opzichte van hoe zijn boek ontvangen werd, wat duidelijk werd toen hij in 1871 De afstamming van de mens en selectie in relatie tot sekse uitgaf, en een jaar later met Het uitdrukken van emoties bij mens en dier. Ze werden ruimschoots veronachtzaamd.

Slechts enkele maanden daarvoor in hetzelfde jaar 1859 gaf Karl Marx zijn Bijdrage tot de kritiek van de politieke economie uit, waarin hij een algemene theorie voorlegde over de ontwikkeling van de menselijke maatschappij toegepast op de kapitalistische productiewijze. Dat was niet alleen het resultaat van een grote intellectuele inspanning, maar ook van de politieke beweging van het proletariaat voor emancipatie waaraan hij wilde bijdragen; “De filosofen hebben de wereld slechts op verschillende wijzen geïnterpreteerd; het komt er op aan die te veranderen”  [7]. Anders dan Charles Darwin, was Karl Marx een verklaard aanhanger van een politieke beweging: de zelfbevrijding van het proletariaat. Maar hij schreef ook: “Ieder oordeel van wetenschappelijke kritiek is mij welkom.”  [8].
Vijftig jaar later, in 1909, gaf Anton Pannekoek zijn Marxisme en Darwinisme uit, daarin een halve eeuw van debat over het onderwerp in de arbeidersbeweging samenvattend, duidelijk de achtereenvolgende toepassingsgebieden en de wetenschappelijke zowel als politieke betekenis van beide omschrijvend: de een voor ons begrip van de levende natuur, de ander voor de menselijke maatschappij, maar duidelijk in elkaars verlengde gelegen en elkaar aanvullend, en beide ons begrip van de wereld omwentelend [9]. Hij stelde ook vast hoe Darwin’s theorie van de evolutie van meet af aan werd verdraaid om die tegen de arbeidersklasse te kunnen uitspelen [10] terwijl er verzet tegen bestond in de eigenlijke vorm vanwege de mogelijke sociale conclusies die eruit getrokken konden worden  [11].

Momenteel wordt van al deze verjaardagen alleen het geboortejaar van Charles Darwin en de uitgaven van Over de oorsprong der soorten in de media herdacht. Er zijn natuurlijk de verschillende scholen van “Creationisme” and “Intelligent Ontwerp”, actief campagne voerend tegen de theorie van de evolutie  [12]. Er zijn ook de humanistische Darwinisten, die de westerse democratie verdedigen, religieuze tolerantie en de scheiding van kerk en staat [13], soms, maar niet noodzakelijkerwijs, enigszins verlegen naar het marxisme verwijzend, zich verzettend tegen het onderwijzen van religieuze vooroordelen in biologielessen en het onderwijs van degelijke wetenschap verdedigend. En er zijn de evenzo humanist neo-Darwinistische atheïsten, vaak sociobiologen en evolutionaire psychologen, die waarschuwen tegen het gevaar van religie en irrationaliteit, in het algemeen het Marxisme verwerpend [14]. De meeste ultralinksen die beweren Marxistisch te zijn verdedigen het Darwinisme tegen godsdienst terwijl ze sociobiologie en evolutionaire psychologie in hun geheel verwerpen als niet geheel politiek correct  [15], meest van alle op morele gronden [16]. Ze hebben allemaal argumenten, vaak heel aantrekkelijke.

Karl Marx is niet uit het beeld verdwenen, in tegendeel. De beurskrach sinds 2008 was de voorafschaduwing van een economische crisis die, wat betreft lengte en duur, vergelijkbaar is met die van de jaren 1930. Deze crisis werd zelf aangekondigd door een daling van de winstvoet sinds 2005. Na een lange afwezigheid staan de geschriften van Karl Marx in nieuwe uitgaven weer op de planken van de boekwinkels.

Er zijn eenvoudige vragen die dringend een antwoord behoeven: als ons vermogen om het lot in eigen hand te nemen inderdaad geworteld is in onze biologie en ethologie, hoe verhoudt zich dat tot de historische ontwikkeling van de productieverhoudingen die we niet beheersen, maar waarin we gevangen lijken te zitten? Hoe is het mogelijk, dat met alle wetenschap en technologie, met al de beschikbare kennis en kunde, er nog altijd geen einde is gemaakt aan armoede, uitbuiting, bestaansonzekerheid en oorlog? Hoe is het mogelijk dat de natuur nog steeds wordt being exploiting in plaats van beheerst, niet alleen neigend tot een ecologische maar ook demografische ineenstorting? Waar zijn de krachten binnen de maatschappij die niet alleen kunnen, maar gedreven zullen worden om te rebelleren, alleen al om te overleven en een betere toekomst te bieden aan een volgende generatie? Wanneer die vragen gesteld worden is het moeilijk om de namen van Charles Darwin en Karl Marx heen te gaan.

Friedrich Engels had er niet veel woorden voor nodig om te ontsluieren wat op het eerste gezicht zo problematisch lijkt in de belangrijkste werken van Charles Darwin. In 1865 schreef hij aan de liberale democraat Friedrich Albert Lange, die zijn eigen versie van het Darwinisme verdedigde en verklaarde dat het kapitalisme in overeenstemming met de natuur was: “het is de grootste schande voor de moderne burgerlijke ontwikkeling dat die het nog niet verder heeft gebracht dan de economische vormen van het dierenrijk. De zogenaamde ‘economische wetten’ zijn voor ons geen eeuwige natuurwetten, maar historische, ontstane en weer verdwijnende wetten, en de codex van de moderne politieke economie, voorzover de economen die juist en objectief hebben opgesteld, is voor ons slechts de samenvatting van wetten en voorwaarden, zonder welke de burgerlijke maatschappij niet kan bestaan, met andere woorden: hun productie- en ruilverhoudingen uitgedrukt en abstract samengevat. Voor ons zijn geen van deze wetten dan ook, voorzover ze zuiver burgerlijke verhoudingen uitdrukken, ouder dan de moderne burgerlijke maatschappij; degenen die min of meer geldig waren voor alle voorafgaande geschiedenis, zijn dus enkel een uitdrukking van dergelijke verhoudingen, die alle op klassenheerschappij en klassenuitbuiting berustende maatschappelijke toestanden gemeen zijn.”  [17].

De huidige opwinding over zowel Marxisme als Darwinisme kan nauwelijks verbazing wekken omdat ze anderhalve eeuw geleden de fundamentele vraagstukken van de mensheid stelden en beiden zijn vervormd om overal ter wereld de ideologische behoeften van de heersende klassen te dienen.
De naam van Charles Darwin en zijn theorie zijn misbruikt om de mensheid op een verticale schaal in te delen in verband met intelligentie gekoppeld aan ras, om discriminatie op grond van geslacht te rechtvaardigen, er is misbruik van gemaakt om propaganda te maken voor eugenetica en volkerenmoord, oorlog en imperialisme, niet alleen onder het Duitse nationaalsocialisme and Italiaans fascisme, maar ook door zeer democratische staten als bijvoorbeeld de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland [18]. Zijn woorden zijn verdraaid en verbogen om ze in te kunnen passen in ideologieën gericht op het steriliseren en uitmoorden van ieder die geacht werd “minderwaardig” of “ontaard” te zijn, Deze verdraaiingen van zijn theorie hebben ruimschoots bijgedragen tot de verwerping ervan hoewel ze de theorie zelf helemaal niet raakten.

Charles Darwin liet geen gelegenheid voorbijgaan om de eugenetica van zijn halve neef Sir Francis Galton aan kritiek te onderwerpen  [19], of wat later sociaal-Darwinisme werd genoemd, geïnspireerd door de niet in het minst Darwinistisch zijnde Herbert Spencer [20], met zijn idee dat de malicious natuur altijd sterker zou zijn dan de benevolent opvoeding; dat het zo, wat we ook doen, nu eenmaal werkt, en dat een liberale, minimale staat nodig was om iedereen op het rechte pad te houden.

Lang voordat hij de theorie publiceerde die hem beroemd maakte, schreef Charles Darwin:

“Het is vaak geprobeerd om slavernij goed te praten door de toestand van slaven te vergelijken met die van onze armere landgenoten: als de beproevingen van onze armen niet veroorzaakt worden door de natuurwetten, maar door onze instellingen, dan is onze zonde groot; maar ik kan niet inzien wat dit te maken heeft met slavernij; [...]. Zij die mild toezien op de slavenhouder, en met een koud hart naar de slaaf, schijnen zichzelf nooit in de plaats te hebben gezet van die laatste; wat een troosteloos uitzicht, zonder enige hoop op verandering! Probeer je de mogelijkheid voor te stellen, die je altijd bedreigd, dat je vrouw en kleine kinderen – die dingen waarvan de natuur zelfs de slaaf noopt dat hij ze de zijnen noemt – van je worden afgerukt en als beesten verkocht aan de hoogste bieder! En zulke daden worden gedaan en goedgepraat door mannen, die voorwenden hun naasten lief te hebben zoals zichzelf, die in God geloven, and bidden dat zijn Wil geschiedde op aarde! Daar gaat je bloed van koken, daardoor slaat je hart op hol [...].”  [21].

En jaren later voegde hij daar aan toe:

“Hoe belangrijk de strijd om het bestaan ook is geweest, en zelfs nog steeds is, toch zijn er wat betreft het hoogste deel van de menselijke natuur andere werkzame factoren die belangrijker zijn. Wat de morele kwaliteiten worden, direct of indirect, veel meer bevorderd door de effecten van gewoonte, de redeneervermogens, onderwijz, religie, &c., dan door natuurlijke selectie; hoewel de sociale instincten die de basis hebben geleverd voor de ontwikkeling van de morele zin, veilig aan deze laatste werking mogen worden toegeschreven.”  [22].

Hij had ook bezwaar tegen de conclusies die uit zijn theorie werden getrokken:
“Ik ontving, in een krant uit Manchester, een tamelijk goed krantenartikeltje, dat liet zien dat ik bewezen had dat “macht recht is”, en daarom dat Napoleon gelijk had, en dat iedere oplichtende handelaar ook gelijk heeft.”  [23].
Van de naam van Karl Marx is ook misbruik gemaakt om brutale en afschrikwekkende onderdrukking en de doodskampen te rechtvaardigen van Stalinisme en Maoïsme in die karikaturen van het staatskapitalisme in het voormalige imperialistische Oostblok, China, Cuba en Cambodja, om al de anderen niet te noemen. De implosie van het Oostblok in 1990 wordt geacht het uiteindelijke bewijs te hebben geleverd dat het communisme dood was, dat het Marxisme bankroet was en dat de arbeidersklasse was verdwenen. Op dat moment was het pseudo-wetenschappelijke Lysenkoisme, dat lange tijd werd voorgesteld als “Marxistische biologie” in het voormalige Oostblok, en ook daarbuiten door de “meelopers” van het Stalinisme al ter ziele gegaan  [24]. De ineenstorting van het Stalinisme maakte een eind aan de grootste leugen uit de geschiedenis, het idee van de mogelijkheid van de “opbouw van het socialisme in één land”, wat nooit iets anders was dan een voorwendsel voor de zoveelste vorm van nationalisme en imperialisme. Het bankroet van het Stalinisme opende de weg voor een beter begrip van wat Karl Marx werkelijk naar voren had gebracht.

De twintigste eeuw heeft laten zien hoe de grootste ontdekkingen verminkt kunnen en zijn geworden tot pseudo-wetenschappelijke ideologieën die tegen de mensheid als geheel werden gekeerd in het belang van weinigen en het behoud van een achterhaald sociaal stelsel. Maar omdat de werkelijke vragen niet verdwijnen hebben zowel Darwinisme als Marxisme het overleefd en zijn aantrekkelijker dan ooit.

De laatste vijftig jaar is de moderne synthese van de evolutionaire theorie, warvoor de grondslag werd gelegd midden in de Tweede Wereldoorlog, voorgesteld als zeer humanistisch. Het was een samenraapsel van werkelijke wetenschappelijke behoeften en politiek-ideologische behoeften tegenover Nazisme en Stalinisme om des te beter het Westerse Blok te kunnen verdedigen met zijn burgerlijke democratie. Het zou gebroken hebben met eugenetica en sociaal-Darwinisme. Gregor Mendel’s erfelijkheidswetten, August Weismann’s germ plasma, Hugo de Vries’ mutaties, en tenslotte Willi Hennig’s cladistiek; ze werden allemaal opgenomen in één magnifieke samenvatting, en inderdaad is er geweldige vooruitgang geboekt, vooral en meest spectaculair op het gebied van de genetica. Maar ernstige vragen dringen zich op.
Biologen neigen er toe de menselijke maatschappij en menselijke wezens te bekijken vanuit een louter biologisch perspectief, en als ze niet beschikken over een helder begrip van de ontwikkeling van de menselijke maatschappij, die hoe dan ook buiten hun beroepsmatig gezichtsveld valt, dan neigen ze er onvermijdelijk toe hun eigen sociale vooroordelen terug te brengen in hun natuurwetenschap. Een heersende klasse met historische beperkingen, met een belang bij de extraction van meerwaarde die tegelijkertijd een steeds groter deel van de mensheid uitsluit van de uitbuiting en daardoor van het meest wezenlijke van het sociale leven van de mensheid, zal onvermijdelijk een beperkt, kortzichtig begrip, een vals bewustzijn van zowel de natuur als de menselijke maatschappij ontwikkelen. In die zin wordt wetenschap conditioned door de maatschappij die hem voortbrengt, en het komt neer op het vragen om verdere rampen en het dient te worden bekritiseerd vanuit zowel een Marxistisch als Darwinistisch perspectief.

Na anderhalve eeuw is het duidelijker dan ooit dat het zelfs moeilijk is om de één te begrijpen zonder de ander. De werkelijke achievements van de natuurwetenschappen behoren niet toe aan enige bijzondere sociale klasse. In die zin schreef August Bebel dat het “Darwinisme, evenals iedere echte wetenschap, een uitstekend democratische wetenschap” is [25]. Hoewel iedereen wetenschap kan bestuderen, heeft op de eerste plaats niet iedereen daarvoor de middelen of de achtergrond om de werkelijke vooruitgang die gemaakt is te waarderen of te beoordelen en die te onderscheiden van de sociale vooroordelen waarmee die wordt ontvangen, en op de tweede plaats is wetenschap steeds meer een activiteit die steeds minder wordt ondernomen door enkelingen dan door grote instellingen, afhankelijk van grote geldsommen die alleen voor bijzondere redenen worden toegekend: de loutere behoefte aan nieuwe technologie, of eenvoudige ideologische behoeften.

Karl Marx haalde aan dat in zijn analyse van het kapitalisme “de maatschappelijke beweging als een natuurhistorisch proces” wordt gezien  [26] Dit betekent niet alleen dat we veel beter het proces van de natuurlijke geschiedenis moeten kennen om in staat te zijn de sociale ontwikkeling te begrijpen, maar ook dat we moeten onderzoeken wat ze gemeenschappelijk hebben en waarin ze verschillen. Terwijl Marxisten een uitgesproken mening kunnen hebben over de vorderingen van de natuurwetenschappen, beslist het “Marxisme”, heel anders dan in de Stalinistische voorwendsels, niet over vraagstukken van de natuurwetenschappen.

Marxisten zijn altijd kritische verdedigers van het Darwinisme geweest [27]. Toch heeft de Communistische Linkerzijde in de laatste honderd jaar weinig over het onderwerp te zeggen gehad, of, wat dat betreft, over natuurwetenschappen in het algemeen. Heel weinig natuurwetenschappers werden aangetrokken door de Communistische Linkerzijde, en hoewel veel militanten van de Communistische Linkerzijde serieus de natuurwetenschappen bestudeerden publiceerden zij weinig over het onderwerp. Gedecimeerd na de nederlaag van de revolutionaire golf van 1917-1923 moest er lering worden getrokken uit de gebeurtenissen om zich voor te bereiden op komende nieuwe battles en de natuurwetenschappen verdwenen uit de aandacht; de priorities lagen elders. Om de eer van de Communistische Linkerzijde te redden waren er echter uitzonderingen. In 1946 gaf Anton Pannekoek Anthropogenesis uit  [28], vanuit Marxistisch en Darwinistisch perspectief de oorsprong van de mensheid analyserend [29].

In een reeks van artikelen zal een poging worden ondernomen om materiaal aan te dragen en richting te geven aan een vernieuwd debat, zonder vooraf conclusies te trekken, vanuit zowel Marxistische als Darwinistisch perspectief  [30]. De Communistische Linkerzijde kan niet eeuwig zwijgen over onderwerpen zo belangrijk als de theorie van de evolutie en de menselijke oorsprong. Het onderwerp kan alleen ignore worden te eigen schande en verwarring in eigen rangen door de populariteit van modieuze theorieën [31]. Deze taak is des te urgenter omdat een nieuwe generatie die geïnteresseerd is in de standpunten van de Communistische Linkerzijde het vraagstuk met ijver opneemt en niet langer genoegen neemt met gemakkelijke en oppervlakkige antwoorden van de “oude garde”. Er is werk aan de winkel, niet alleen ter academische verheldering, maar ook omdat het duidelijke gevolgen heeft voor wat ons te wachten staat. Ligt er een “doel” opgesloten in de natuur of de maatschappij? Is de werkelijke vraag niet wat we er van willen maken, ziende hoe het nu werkt?

28 maart 2009, Vico, vertaald door de auteur uit het Engels, 24 november 2009.

[1Friedrich Engels, Draft of a Speech at the Graveside of Karl Marx, published in La Justice, 20 March 1883, tevens in Marx, Engels, Werke (M.E.W.), Bd. 19, p. 333, door ons vertaald uit het oorspronkelijk Engels. Evenzo, in zijn Voorwoord uit 1888 bij de Engelse uitgave van het Communistisch Manifest, schreef Engels: “Deze gedachte, die naar mijn mening geroepen is voor de wetenschap der geschiedenis dezelfde vooruitgang te bewerken die Darwin’s theorie voor de natuurwetenschap heeft bewerkstelligd – deze gedachte waren wij beiden reeds verscheidene jaren vóór 1845 geleidelijk nader gekomen.” (Amsterdam, Pegasus, p. 27).

[2Anton Pannekoek, Marxisme en Darwinisme, hoofdstuk I., Darwinisme, zie http://www.marxists.org, naar de 3e druk, 1980.

[3“Het was kenmerkend dat, bijna gelijk met Kant’s aanval op de eeuwigheid van het zonnestelsel, C.F. Wolff in 1759 de eerste aanval uitvoerde op de onveranderlijkheid van de soorten en de theorie van de afstamming proclameerde. Maar wat bij hem slechts een geniale anticipatie was nam vaste vorm aan bij Oken, Lamarck, Baer, en werd precies honderd jaar later, in 1859 zegenrijk door Darwin doorgevoerd.” (Friedrich Engels, Dialektik der Natur, Einleiting, M.E.W., Bd. 20, p.319, onze vertaling). Caspar Friedrich Wolff is vooral bekend door zijn theorie, gebaseerd op nauwkeurig empirisch onderzoek, dat embryo’s tot ontwikkeling kwamen uit ongedifferentieerde cellen in plaats vanuit voorgevormde structuren. Hij was niet de enige die oude speculatieve dogma’s ter discussie stelde door feitelijke verificatie. Voor een korte inleiding in het vroege evolutionaire denken en verdere verwijzingen, zie bijvoorbeeld: Geschiedenis van de evolutietheorie, http://nl.wikipedia.org.

[4Hoe moeilijk het was een dergelijk idee te aanvaarden werd dertig jaar later uitgesproken: “Eindelijk is er een sprankje licht gekomen, en ik ben er bijna van overtuigd (geheel in tegenstelling tot de mening waarmee ik begon) dat soorten niet (het is als het opbiechten van een moord) onveranderlijk zijn.” Charles Darwin, Brief aan Joseph Hooker, 1842, in Life and Letters, Vol. II, p. 23, vertaald door ons. Darwin’s geschriften zijn in meerdere talen te vinden op: http://darwin-online.org.uk. De ideeën van de grote wetenschapper en humanist Lamarck zijn ook geheel en al verdraait. Ze zijn het lezen meer dan waard: zie http://www.lamarck.cnrs.fr/.

[5Het werd voorafgegaan door het lezen van twee papers voor de Linnean Society van Charles Darwin en de mede-grondlegger van de evolutietheorie, de socialist Alfred Russel Wallace in 1858, beide fundamenteel hetzelfde idee omvattend, zie de Alfred Russel Wallace Page op: http://www.wku.edu/ smithch/index1.htm.

[6De uitdrukking werd als eerste door Herbert Spencer gebruikt in 1862 na lezing van Over de oorsprong van de soorten.

[7Karl Marx, Stellingen over Feuerbach, 1845, voor het eerst uitgegeven in 1888.

[8Karl Marx, Het kapitaal, deel I, 1867, Voorwoord bij de eerste Duitse uitgave.

[9Marxisme en Darwinisme werd uitgegeven in het Duits en Nederlands (1909), Ests (1910), Engels (1912), Oekraïens (1919), Spaans (1937) en Roemeens (1945). Omdat Anton Pannekoek weinig duidelijke verwijzingen gaf naar zijn Marxistische voorgangers, zullen ze hier uitvoeriger worden aangehaald, ook al om te te herstellen wat Marxisten dachten voorafgaand aan de Stalinistische verdraaiingen van hun standpunten. Na een hele eeuw dient dit werk te worden vernieuwd en het kan zeker niet worden gezien als het laatste woord van het Marxistisch gedachtegoed over het onderwerp.

[10Zo schreef Ernst Haeckel: “Het Darwinisme – de theorie van selectie – is, in de ogen van een onbevooroordeelde critikus, een aristocratisch beginsel, bestaand uit het overleven van de meest geschikten (survival of the fittest).” (Aangehaald in August Bebel, The Darwinian Theory and Socialism, 1899). Zoals we zullen zien was Charles Darwin een geheel andere mening toegedaan.

[11Rudolf Virchow, zich afzettend tegen de radicale antiklerikale “monistische” materialisten uit zijn tijd, en zinspelend op de Commune van Parijs van 1871, verklaarde in 1877: “Wees voorzichtig met deze theorie, want deze theorie is nauw verbonden aan de theorie die zoveel afschrikwekkends veroorzaakte in ons buurland.” (Vijftigste Congres van Duitse natuurwetenschappers en medische doctoren, 22 september 1877, aangehaald in Anton Pannekoek, Marxisme en Darwinisme, hoofdstuk Darwinisme versus Socialisme). Charles Darwin maakte de opmerking: “Welk een dwaas idee lijkt in Duitsland te heersen over de band tussen socialisme en evolutie door natuurlijke selectie.” (Charles Darwin aan Dr. Scherzer, 26 december 1879, in The Life and Letters of Charles Darwin, Including an Autobiographical Chapter, 1887, Vol. 3, p. 236-237).

[12Ronald Reagan, tijdens zijn winnende campagne voor het presidentschap in de Verenigde Staten in 1980, kon zelfs serieus (?) verklaren: “Nou, het is een theorie – het is niet meer dan een wetenschappelijke theorie, en in de laatste jaren wordt die in de wereld van de wetenschap uitgedaagd en in de wetenschappelijke gemeenschap niet voor even onfeilbaar als vroeger gehouden.”

[13Met name Stephen Jay Gould, Hen’s teeth and horses toes, 1983, en Rocks of Ages, Science and Religion in the Fullness of Life, 1999 (God en Darwin; wetenschap en religie in de volheid van het bestaan, Amsterdam, Contact, 2000). Veel materiaal en debat is te vinden op: http://www.talkorigins.org.

[14Zie Richard Dawkins, The God Delusion, 2006 (God als misvatting, Amsterdam, Nieuwezijds, 2006, waarvan er naar beweerd wordt al anderhalf miljoen exemplaren zijn verkocht (http://www.richarddawkins.net/).

[15Zie Steven Rose, Richard Lewontin en Leon Kamin, Not in our Genes, 1984; en Steven Rose en Hilary Rose, Alas Poor Darwin: Arguments against Evolutionary Psychology, 2000. Het is niet goed genoeg socio-biologie en evolutionaire psychologie te veroordelen als “reactionair”; ze dienen ook te worden beoordeeld op hun wetenschappelijke verdiensten.

[16Een duidelijke uitzondering is Elaine Morgan, Pinkers List, 2005, het eerste boek om te lezen in het Darwin-jaar, zie http://www.elainemorgan.org/.

[17Friedrich Engels aan Friedrich Albert Lange, 29 maart 1865, M.E.W., Bd. 31, p. 466, door ons uit het Duits vertaald. Marx, duidelijk met Herbert Spencer voor ogen, schreef aan Ludwig Kugelmann, 27 juni 1870: “De Heer Lange heeft namelijk een grote ontdekking gedaan. De hele geschiedenis is onderworpen aan één enkele alles omvattende natuurwet. Die natuurwet bestaat uit de frase (Darwin’s uitdrukking wordt, zoals hij haar toepast, niet méér dan dat) ‘strijd om het bestaan’. En de inhoud van die frase is Malthus’ bevolkings- of liever overbevolkingswet. In plaats van de ‘strijd om het bestaan’ waar die zich historisch voordoet in verschillende concrete maatschappijvormen te analyseren, hoeft men niets anders te doen dan iedere concrete strijd in de frase ‘strijd om het bestaan’ om te zetten en die frase weer in het bevolkingssprookje van Malthus. Men moet toegeven dat dit een zeer vruchtbare methode is – ter bevordering van opgeblazen, pseudo-wetenschappelijke, hoogdravende onwetendheid en intellectuele gemakzucht.” (vertaling naar De brieven van Karl Marx, Haarlem, De Haan, p. 261, en Karl Marx, Brieven aan Kugelmann, Amsterdam, Pegasus, 1977). Wat betreft het malthusianisme, Darwin noch Wallace, hoezeer ze er ook door geïnspireerd waren voor de biologie, pastten het ooit op de menselijke maatschappij toe. Zie ook Daniel P. Todes, Darwin without Malthus; The Struggle for Existence in Russian Evolutionary Thought, 1989; dit boek is van belang omdat het veel materiaal biedt om zowel de theorieën van de anarchist Pjotr Kropotkin in perspectief te plaatsen als de gegevens die bijdroegen aan de opkomst van het Lysenkoïsme in Rusland. Over Pjotr Kropotkin en zijn verkeerd begrepen maar niet dwaze “Mutual Aid”, 1902 (Wederkerig dienstbetoon, een factor der evolutie, Amsterdam, Van Looy, 1904, recenter als Wederzijdse hulp, een factor in de evolutie, Utrecht, Kelderuitgeverij, 2004), vele jaren eerder al benadrukt door Friedrich Engels; zie ook Stephen Jay Gould, Kropotkin was not a crackpot, in Bully for Brontosaurus, 7, 22.

[18Zie om te beginnen Stephen Jay Gould, The Mismeasure of Man, 1981 (De mens gemeten, Amsterdam, Antwerpen, Contact, 1996).

[19Sir Francis Galton, die veel hypotheses naar voren bracht die toen op het eerste gezicht plausibel konden lijken, begon het moderne “natuur versus opvoeding” (Nature versus Nurture) debat. Galton verwierp de “zachte erfelijkheid” van het Lamarckism, anders dan Darwin zelf bij gebrek aan voldoende goede argumenten, en verdedigde “harde erfelijkheid” door selectie alléén, eveneens anders dan Darwin zelf, zie: http://galton.org.

[20Herbert Spencer’s Social Statics: The Man versus The State (1851), met al zijn geloof in geleidelijke vooruitgang in natuur en maatschappij, was jaren vóór Over het ontstaan van soorten uitgegeven. Darwin’s boek werd vaak gelezen als uitbreiding van Herbert Spencer’s sociaal evolutionisme. In 1862 gaf Spencer zijn First Principles of a New System of Philosophy uit, waarin hij, geïnspireerd door Darwin, de omstreden leuze “Survival of the Fittest”, lanceerde, en welke vervolgens, zij het met terughoudendheid, werd overgenomen door Charles Darwin. Zie http://oll.libertyfund.org. Aan het eind van zijn leven klaagde Darwin er over dat hóe hij het ook genoemd had dat weinig zou uitmaken voor wie het niet wilde begrijpen.

[21Voyage of the Beagle, 1845, Chapter XXI, Mauritius To England, p. 500, vertaling door ons.

[22Charles Darwin, The Descent of Man, 1871, Vol. II, p. 404 (De afstamming van de mens en selectie in relatie to sekse, Amsterdam, Uitgeverij Nieuwezijds, 2002.

[23Charles Darwin aan Charles Lyell, januari 1860, Life and Letters, Vol. II, p. 262, vertaald uit het Engels door ons. Dat gold niet alleen in Manchester: “Helaas voor Darwin! Als hij nog in leven was, dan zou hij de nadelen van de populariteit ondervinden. Franse mannen proberen juist nu van hem de vader te maken van een nieuw ras van kleine vleeseters, die zich bedienen van de geweldige uitvinding van de strijd om het bestaan, als een wetenschappelijk excuus voor alle soorten van schurkenstreken.” (Paul Lafargue, Darwinism on the French Stage, in Time, February 1890, p. 149 and 156, http://www.marxists.org/archive/laf...), vertaald uit het Engels door ons.

[24De opkomst van het Lysenkoïsme droeg voor twee westerse biologen bij tot hun breuk met het Stalinisme: J.B.S. Haldane in 1950 en John Maynard Smith in 1956; beide hebben bijgedragen aan de evolutietheorie en zijn lezenswaardig.

[25August Bebel, De vrouw en het socialisme, 2e druk, Gent, Samenwerkende maatschappij Volksdrukkerij, 1908, p. 373.

[26Karl Marx, Het kapitaal, deel I, uit het Voorwoord bij de tweede uitgave.

[27Zie vooral Friedrich Engels, Heer Eugen Dühring, 1878, en zijn aantekeningen uitgegeven onder de titel Dialektik der Natur, voor het eerst uitgegeven zo laat als 1925 in het Russisch en Duits, en in het Engels pas in 1934; het cruciale fragment Anteil der Arbeit an der Menschwerdung des Affen (Het aandeel van de arbeid in de menswording van de aap), met de beroemde “Lamarckiaanse verkorting” werd voor het eerst uitgegeven in Die Neue Zeit in 1896.

[28Uitgegeven in het Nederlands (1945), Engels (1953) en Esperanto (1978); deze inspanning verdient ook een vervolg.

[29We tekenen aan dat er nog meer teksten van Anton Pannekoek over het onderwerp bestaan, bijvoorbeeld Natuurwetenschap en Maatschappij, uitgegeven in het Nederlands (1946) en Frans (1969).

[30Om dit debat opnieuw te voeren lijkt eerstens noodzakelijk de hiervoor genoemde werken opnieuw uit te geven, en meer vertalingen voor te bereiden om het debat international te kunnen openen. Wat betreft het eerst, zowel Marxisme en Darwinisme als Anthropogenese worden heruitgegeven in het Engels en Nederlands op de website van Controverses, met nieuwe verduidelijkende noten en verwijzingen, terwijl nieuwe Franse vertalingen worden voorbereid. Wat betreft het laatste doen we een oproep aan onze lezers ons te helpen de teksten in meer talen beschikbaar te maken, ofwel door bestaande vertalingen uit te geven dan wel nieuwe te maken.

[31Meer in het bijzonder: het vulgair materialisme zoals in het werk van bijvoorbeeld António Rosa Damásio en zo vele andere neurologen die nog altijd schrijven in de aloude “monistische” traditie van liberale atheïsten en reductionisten zoals “Herr” Karl Vogt, Ludwig Büchner and Jakob Moleschott. Het was in 1854 dat Karl Vogt schreef: “De hersenen scheiden gedachten af zoals de maag maagzuur, de lever gal en de nieren urine.” Als het altijd interessant is meer te weten over hoe onze hersenen functioneren dan is het ook belangrijk niet te vergeten dat wij denken, en dat onze hersenen niet ons denken voor ons doen. De hernieuwde populariteit van de vitalistische psychoanalyse van Sigmund Freud zal behandeld worden een in artikelenreeks die begint in de volgende aflevering van Controverses.